De religieuze betekenis van Kerstmis is voor de gemiddelde Nederlander allang niet meer wat het ooit is geweest. En hoe deze en de andere feestelijkheden in december in de huiselijke kring verlopen, weten we allemaal wel uit eigen ervaring. Maar hoe zit het met onze 'voormalige rijksgenoten' op leeftijd? Hoe beleeft de doorsnee Surinaamse oudere dit alles. Patricia Savenije ging op bezoek in de Amsterdamse Bijlmermeer en sprak er met bewoners van 'Wi-kontren', wooncentrum voor Surinaamse ouderen. En van het een komt het ander: van Kerstmis via de feestelijkheden rond Koninginnedag in de vroegere kolonie naar opvattingen over hoe families met elkaar behoren om te gaan.

Kunstsneeuw in Caribische kerstbomen

Het kan kil zijn in Nederland. Niet alleen wat betreft het weer, maar ook als het gaat over de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Rieke Krint (54) is daar nog steeds niet aan gewend, ook al is het alweer zeven jaar geleden dat ze uit Suriname hierheen kwam. Dat geldt in meer of mindere mate ook voor de andere bewoners van Wi-kontren in Amsterdam-Zuidoost. Dit wooncentrum voor Surinaamse ouderen werd in september 1993 officieel geopend.

Rieke: "Nederlandse mensen zijn veel afstandelijker, ze leven meer op zichzelf." Volgens haar zit het grootste verschil in het feit dat de familiebanden in Nederland veel losser zijn. "Maar dat kan ook niet anders", legt ze uit, "want de Nederlandse huizen zijn er helemaal niet op gebouwd om met veel mensen in samen te wonen. Je woont vaak zelfs niet meer bij elkaar in de buurt, want je kinderen zwermen uit over het hele land." Dat betekent niet dat de families elkaar uit het oog zijn verloren, voegt ze daar haastig aan toe. Want er zijn nog steeds genoeg dagen waarop iedereen weer bij elkaar komt. Kerstmis is wat dat betreft misschien wel het belangrijkste feest van het jaar.

"Voor ons betekent het veel meer dan nieuwjaar", zegt Irma de Vries. Ze is 69 jaar en als voorzitster van de bewonersvereniging nauw betrokken bij alle gezamenlijke activiteiten. "Kerstmis heeft voor ons natuurlijk een religieuze betekenis, maar dat is niet de enige reden. Want het is ook van oudsher een echt familiefeest. Dat heeft niets te maken met Suriname of Nederland, het is gewoon iets dat bij ons hoort. Als je niets met die traditie kon doen, zou het nooit echt Kerstmis zijn."

Er werd in Suriname prachtig Kerstmis gevierd, vult Rieke Krint aan: "Al was het huis nog zo klein, er stond bij iedereen een kerstboom. Die werd versierd en met kunstsneeuw bespoten." Want bij Kerstmis hoorde sneeuw, ook al hadden de meeste Surinamers die alleen maar op foto's gezien. Maar daar was gauw iets op verzonnen. Rieke: "We regen bijvoorbeeld stukjes watten aan draadjes om ze van het balkon te hangen. Op die manier word je er in opgevoed."

Gebed, zang en eten
Die traditie is voortgezet toen ze vorig jaar voor de eerste keer Kerstmis vierden in het wooncentrum. En het werd een feest waar iedereen nog steeds met plezier aan terugdenkt. Irma de Vries: "Het stond hier helemaal vol met kaarsjes. We hadden de tafel gedekt met wit en rood en hem versierd met groene takjes. Alle bewoners hebben samen gezongen, gebeden en heerlijk gedineerd. Met de kinderen en kleinkinderen er bij, want Kerstmis is een echt familiefeest. Daarom willen we er ook geen mensen van buitenaf bij hebben. Dat doen we met nieuwjaar, dan nodigen we de mensen van de buurt uit voor een borrel. Maar Kerstmis is van ons."

De bewoners van Wi-kontren hebben een sterke band met elkaar. Rieke Krint vertaalt de naam van het wooncentrum als 'onze contreien'. Een goed gekozen naam, vindt medebewoonster Ellie Esaias (67). Vol overtuiging: "Wij als bewoners hadden voor alles behoefte aan ons eigen plekje. Niemand is van plan om voorgoed terug te gaan naar Suriname. Daarvoor is er te veer veranderd sinds Bouterse aan de macht kwam."

Maar ze missen hun geboorteland nog steeds. Want hoe vernederlandst ze misschien ook zijn, het is voor hen toch niet hetzelfde als voor de mensen die hier geboren zijn. Nederlanders zijn blijkbaar niet altijd even vriendelijk tegen hun vroegere rijksgenoten.

"Je blijft zwart, ook al heb je een rood paspoort", zo vat Irma de Vries het samen. Gelaten: "En dat is hard, want misschien waren wij in Suriname destijds wel Nederlandser dan de Nederlanders. Zij hadden het tenslotte voor het zeggen, en dan is het niet zo gek dat je je daarop richt. Wij mochten vroeger op school niet eens Surinaams pra- ten!"

Irma weet als geen ander hoe dat werd aangepakt. Ze heeft niet voor niets tot aan de onafhankelijkheid in Suriname in het onderwijs gezeten. Inmiddels woont ze hier alweer bijna twintig jaar. Maar ze hoeft er niet veel moeite voor te doen om wat voorbeelden op te diepen uit haar herinnering. "We konden de kaart van Nederland dromen, en wisten letterlijk alles wat er over de handel en industrie te vertellen viel uit ons hoofd op te noemen." Want Suriname was dan wel het vaderland, Nederland was als moederland minstens even belangrijk. En de bevolking van de voormalige kolonie liet geen kans voorbij gaan om dat te uiten. Alle nationale feestdagen werden uitbundig gevierd.

Irma moet onwillekeurig lachen als ze er aan terugdenkt. "Daar stond ik dan in de brandende zon op koninginnedag met de Nederlandse vlag te wapperen. In een wit met blauwe jurk en met een oranje sjerp om. En dat deden we heus niet alleen omdat het moest van de regering. We vonden zelf ook dat het er bij hoorde." Op dat soort dagen waren er overal optochten, werden de huizen en veranda 's versierd en werd in elke stad een prijs gegeven aan de mensen die dat het mooiste hadden gedaan.

Wat kom je doen?
Irma de Vries kent alle liedjes uit die tijd nog uit haar hoofd. En ze is niet de enige met levendige herinneringen. Ellie Esaias weet bijvoorbeeld nog als de dag van gisteren hoe er gefeest werd toen de toenmalige prinses Juliana trouwde met prins Bernhard. "ledereen had speciale kleren gemaakt en er waren zelfs hoofddoeken te koop met een foto van het bruidspaar en een gouden kroontje er op gedrukt. Die waren binnen de kortste keren uitverkocht, want iedereen moest er natuurlijk een hebben."

Ze staart even naar haar handen en kijkt dan weer op: "En als je dan hier komt, ontdek je dat de Nederlanders zulk soort feesten zelf heel anders beleven. Je hebt altijd gedacht dat je erbij hoorde, maar je merkt al gauw dat ze jouw manier van doen maar overdreven vinden. Soms vragen ze zelfs wat je hier eigenlijk komt doen. Weet je hoe bedonderd je je dan voelt?"

Maar geen van de bewoners van Wi-kontren heeft zich uit het veld laten slaan. Integendeel, ze hebben hier een goed leven opgebouwd. Gingen studeren en daarna werken, trouwden en voedden hun kinderen op. Ook al was dat laatste niet altijd even makkelijk vanwege de grote verschillen die er ook op dat punt tussen Nederland en Suriname zijn. Vooral als er eenmaal kleinkinderen op de wereld zijn gekomen.

Irma de Vries: "In Suriname hebben oma's een dikke vinger in de pap. Je woont meestal bij je dochter en je houdt je heel intensief met je kleinkinderen bezig. Maar als je dat hier zou doen, staat je dochter voortdurend tussen twee vuren. Want ze wil jou geen verdriet doen, maar ze kan ook niet het onmogelijke vragen vanhaar kinderen."

Eigenlijk is Wi-kontren een piepklein stukje Suriname in Amsterdam-Zuidoost. De bewoners hebben er hun stek gevonden en zijn niet van plan om ooit nog te gaan verhuizen. Had iedereen het maar zo goed getroffen als zij, verzucht Rieke Krint. Ze vindt het vreselijk om te zien hoe de Bijlmermeer is afgetakeld. Weemoedig: "Vooral voor de Surinaamse jongeren is het in deze buurt niet makkelijk. Want zij horen nergens bij en hebben niets om op terug te vallen. Wij ouderen hebben tenminste elkaar nog, en onze herinneringen."